62-tips-header.webp

BEHANGEN IN 6 STAPPEN

VRAAG GERUST OM ADVIES OP MAAT

Let goed op het kleur-, batch- of serienummer van het behang. Dit moet bij iedere rol hetzelfde zijn, anders kunnen de rollen onderling van kleur verschillen.

  1. Maak het plaksel volgens de gebruiksaanwijzing aan. Maak het je gemakkelijk met de behangemmer en roerspaan.
  2. Leg een baan behang op de behangtafel en smeer deze met een behangkwast in met behangplaksel. Smeer het plaksel van het midden van de baan naar de randen toe en zorg dat de randen ook goed meegenomen worden. Bovenstaande geldt alleen bij regulier behang, bij vliesbehang lijm je direct de muur in.
  3. De lijm moet na het smeren nog inweken (zie verpakking van behang). Dit is nodig voor het uitzetten van het behang; zou dat pas op de muur gebeuren, dan ontstaan er blazen.
  4. Tijdens het inweken kun je alvast een loodlijn op de muur zetten. Trek een loodlijn (met een waterpas of schietlood) van boven naar beneden op de plaats waar de tweede baan komt.
  5. De eerste baan plak je over de hoek, een stukje op de aansluitende muur, langs de eerder gemaakte loodlijn. Strijk ze van boven naar beneden glad met de behangspatel. Langs het plafond en de plint snijd je het behang op maat met behulp van de behangliniaal. Leg de liniaal achter het behang, op de plint tegen de muur en plak het behang weer op de liniaal. Snijd het behang langs de voorkant van de liniaal af en haal het weer weg. Je kunt dit stukje precies in de hoek afsnijden of de baan die op de aansluitende muur komt er overheen plakken en dan beide banen tegelijk doorsnijden.
  6. Voor iedere volgende baan herhaal je bovenstaande stappen. Plak de baan eerst ongeveer op z’n plaats en schuif deze dan tegen de andere baan aan zodat er geen naad te zien is. Met de nadenroller druk je de naden netjes aan zonder deze te beschadigen.
 
tips_behang_behangen6stappen-sfeer1
tips_behang_behangen6stappen-sfeer2